De Hoge Raad beantwoordt de vraag wat het rechtsgevolg is van een in strijd met de Didam-regels gesloten overeenkomst, maar geeft geen duidelijkheid over de reikwijdte van deze regels… hoe nu verder?
Subsidies worden vaak gezien als spreekwoordelijke wortels die worden voorgehouden om activiteiten te stimuleren die maatschappelijk wenselijk worden geacht. Denk aan een subsidie ter stimulering van de aanschaf van een warmtepomp of zonneboiler of een subsidie gericht op functieverandering van landbouwgrond naar natuurterrein. Het uitvoeren van de wenselijk geachte activiteiten geeft echter nog niet vanzelfsprekend recht op subsidie. Om (definitief) aanspraak te kunnen maken op de spreekwoordelijke wortel, moet in de praktijk aan tal van regels worden voldaan. Tot die regels behoren, met name voor ondernemers, vaak ook specifieke voorschriften gericht op het stimulerende effect van de subsidie. In de praktijk blijken die stimuleringsvoorschriften nogal eens een dealbreaker te zijn voor een geslaagde subsidierelatie. Hoe komt dat? En kan het ook anders? Deze en andere vragen bespreek ik in dit blog.
De Hoge Raad heeft op 15 maart 2024 een interessant arrest gewezen over de vraag wanneer een verhuurder zijn verplichting om het gehuurde aan de huurder ter beschikking te stellen, mag opschorten. In het verleden oordeelde verschillende rechters dat een verhuurder in beginsel niet bevoegd is om het verschaffen van het huurgenot op te schorten als de huurder bijvoorbeeld de huur niet betaalt. De Hoge Raad heeft nu duidelijkheid verschaft: onder bepaalde omstandigheden is de verhuurder bevoegd om diens verplichting tot het verschaffen van het huurgenot op te schorten.
Per 1 januari 2024 zijn de wijzigingen in de Huisvestingswet 2014 van kracht geworden. Gemeenten hebben er nu een aantal nieuwe instrumenten bij om in te zetten op het gebied van woonruimteverdeling en woonruimtevoorraadbeheer. Aanleiding voor deze wetswijziging op initiatief van Minister De Jonge was een evaluatie van onderzoeksbureau RIGO naar de doeltreffendheid en de effecten van de Huisvestingswet 2014 in de praktijk. Uit deze evaluatie kwam onder meer naar voren dat gemeenten de mogelijkheid willen krijgen om meer woningen toe te kunnen wijzen aan woningenzoekenden met een lokale binding en dat er behoefte is aan duidelijkheid over wanneer er instrumenten op grond van leefbaarheid ingezet kunnen worden. In dit blog laten wij de meest belangrijke wijzigingen de revue passeren.
Het komt in onze praktijk regelmatig voor dat het strafrecht en het arbeidsrecht elkaar raken. Zo kan een werknemer worden verdacht van een strafbaar feit gepleegd op het werk of in het privéleven. Ook kan strafrechtelijk ingrijpen gevolgen hebben voor de arbeidsverhoudingen. Denk bijvoorbeeld aan een werknemer die in voorlopige hechtenis komt te zitten en daardoor niet kan werken. De vraag voor werkgevers is daarbij telkens: hoe ga ik hiermee om? In deze blog gaan wij in op enkele veelvoorkomende vragen.
Op meerdere vlakken is het recente arrest van de Hoge Raad van 12 januari 2024 interessant. Niet alleen is een oordeel gegeven over de onrechtmatigheidsgrondslag ‘inbreuk op een subjectief recht’, ook lijkt een nieuwe aansprakelijkheid voor een voorzienbaar risico in het leven te zijn geroepen. Dit terwijl het uitgangspunt blijft dat daarvoor een normschending noodzakelijk is.
Oud en nieuw! Een dag gevuld met oliebollen, champagne en niet te vergeten: een lucht versierd met vuurwerk. Voor velen een plezier, maar helaas begint het jaar niet voor iedereen gelukkig. Tijdens de jaarwisseling 2022/2023 zijn ongeveer 1.253 personen op de spoedeisende hulp of huisartsenpost beland als gevolg van door vuurwerk veroorzaakt letsel, zoals gehoorschade, amputatie van ledematen of oogletsel. In sommige gevallen kan de schade worden verhaald op een ander. Daar gaan wij op dit blog nader op in.
Het ontslag op staande voet is een ingrijpende manier om de arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang te beëindigen. De gevolgen van een ontslag op staande voet voor de werknemer zijn immers groot: direct einde van het dienstverband, geen recht meer op salaris, geen werkloosheidsuitkering en hij moet aan de werkgever een schadevergoeding betalen. De rechter toetst daarom tamelijk streng of aan alle voorwaarden voor een ontslag op staande voet is voldaan. De Hoge Raad heeft zich onlangs weer gebogen over een ontslag op staande voet op basis van een hoeveelheid aan ernstige misdragingen.